De vorige blogs gingen over de vormen alopecia areata en alopecia androgenetica. Een vorm die iets minder vaak voorkomt is Frontale fibroserende alopecia, ook wel lichen planopilaris haaruitval genoemd.
Frontale fibroserende alopecia
Bij frontale fibroserende alopecia (FFA) is er sprake van plaatselijke haaruitval in de voorste haarlijn van het behaarde hoofd. De aandoening komt vrijwel alleen voor bij postmenopauzale vrouwen van ± 50 jaar en ouder en is niet zeldzaam. De laatste jaren wordt deze vorm steeds vaker door dermatologen gezien.
Hoe ziet frontale fibroserende alopecia eruit?
Het wordt gekenmerkt door een symmetrische band van haarverlies aan de voorste haarlijn en aan de zijkanten van de hoofdhuid, maar kan ook achter de oren en in de nek beginnen. Enkele haren kunnen blijven bestaan in de kale plekken. Klassiek voor FFA is het geheel of gedeeltelijk uitvallen van wenkbrauwhaartjes, soms is dit zelfs het eerste symptoom. Heel vaak zijn er rond de basis van de aangetaste haren kleine rode ontstekingshaardje en hyperkeratose te zien. Het haarverlies is permanent, ook na het tot rust komen van de ontsteking zullen de haren niet terug groeien omdat de haarzakjes afsterven en er littekenvorming plaatsvindt.
Hoe FFA precies ontstaat is nog niet bekend. Gedacht wordt aan een auto-immuunreactie waarbij onderdelen van de haarzakjes worden aangevallen door het eigen afweersysteem. Waarom de aandoening zich uitsluitend presenteert in de voorste haarlijn en in hoeverre verandering van hormoonbalans in de menopauze een rol speelt is niet duidelijk. FFA wordt beschouwd als een variant van lichen planus.
FFA is buitengewoon hardnekkig en reageert matig op behandeling.
Medicijnen bij FFA
– Hormooncrèmes of –lotions (lokale corticosteroiden) werken het beste in combinatie met andere middelen
– Corticosteroid-injecties in de hoofdhuid (Kenacort-A) zijn effectief
– Corticosteroid tabletten (prednison, prednisolon, dexamethason) zijn wel effectief, maar dit is geen lange termijn oplossing vanwege de bijwerkingen.
– Minoxidil lotion wordt vaak gebruikt bij alopecia androgenetica. Zorgt voor een soort vaatverwijding waardoor de haren beter groeien.
– hydroxychloroquine tabletten (Plaquenil) zijn effectief. Het remt de ontstekingsreactie. Het zijn eigenlijk anti-malaria tabletten. Het wordt voor veel auto immuunaandoeningen gebruikt en er is relatief veel onderzoek naar gedaan. Over de Plaquenil zijn weinig bijwerkingen bekend.
Plaquenil geeft volgens een recente studie in 72% van de gevallen stabilisatie.
Volgens dezelfde studie zouden finasteride/dutasteride ook goede resultaten geven.
– afweer onderdrukkende medicijnen (bijvoorbeeld ciclosporine). Dit wordt ook gebruikt na transplantatie tegen de afweerreactie. Het onderdrukt je immuunsysteem.
Van ciclosporine of methotrexaat zijn meer bijwerkingen bekend. Methotrexaat hoef je maar eenmaal per week te nemen en kan langdurig worden gebruikt. Er is veel ervaring mee alleen bij de een werkt het wel en bij de ander niet.
– finasteride of dutasteride tabletten (anti-mannelijk hormoontherapie) tegen alopecia androgenetica. Het zorgt ervoor dat je haren niet door hormonen worden aangevallen. Het is lastig om te weten of het werkt. Wordt de FFA minder of wordt de alopecia androgenetcia die iedereen op hogere leeftijd heeft behandeld?
– ontstekingsremmende antibiotica (bijvoorbeeld doxycycline, minocycline) werkt tegen de ontstekingsreactie. Wordt heel vaak in de dermatologie gebruikt, bijvoorbeeld tegen acne.
– tacrolimuszalf (Protopic), pimecrolimuscrème (Elidel) is een soort ciclosporine in een zalf. Minder krachtig dan hormooncrèmes. Geeft niet de bijwerkingen die je krijgt bij te lang hormooncrèmes smeren.
Pseudopélade van Brocq
Een vorm die een beetje verwant is met FFA is Pseudopélade van Brocq. Deze bijzondere vorm van alopecia cicatricialis is mogelijk het gevolg van een ontstekingsproces van de hoofdhuid waarvan de oorzaak meestal niet bekend is. Men vermoedt dat een auto-immuunreactie hieraan ten grondslag ligt of door een doorgemaakte lichen planopilaris, een ontsteking van huid en/of slijmvliezen die op veel verschillende plaatsen op en in het lichaam kan voorkomen. Op de plekken waar de haren zijn verdwenen ontstaan littekens waardoor de haren niet meer terug kunnen groeien op de aangedane plekken.
Er kunnen ontstekingsremmende middelen worden voorgeschreven zoals cortisonenzalf (voor uitwendig gebruik) of doxycycline (voor inwendig gebruik), waarmee wordt geprobeerd het proces af te remmen. Het nadeel, zeker bij langdurig gebruik, zijn de bijwerkingen zoals maag- en darmproblemen.
Ik ben geen arts maar gezien de overeenkomst met FFA zou ik zeker overleggen met de dermatoloog of geneesmiddelen die daarvoor gebruikt worden geschikt zouden kunnen zijn.