Alopecia en lekkende darm


Veel auto-immuunziekten worden in verband gebracht met een lekkende darm.

De darmbarrière hoort ervoor te zorgen dat er geen ongewenste stoffen – zoals bacteriën en te grote voedingseiwitten – vanuit de darm in de bloed- en lymfebaan terechtkomen. Het vormt dus een barrière tussen de buitenwereld en je lichaam. Bij een lekkende darm werkt deze barrièrefunctie niet goed. Er zitten dan namelijk hele kleine openingen in de darmbarrière, waardoor ook ongewenste stoffen de bloed- en lymfebaan in kunnen ‘lekken’. De eerstelijnsafweer – de darmbarrière – wordt dus gepasseerd, waardoor de tweedelijnsafweer – en mogelijk ook de derdelijns afweer – in actie moeten komen. Dit leidt tot ontsteking, die chronisch kan worden als de darm chronisch lek is.

Factoren die ervan verdacht worden een lekkende darm te kunnen veroorzaken zijn:

Lectinen, saponinen en enzymremmers in granen (tarwe, rogge, spelt, gerst, kamut, haver, rijst, maïs), pseudogranen (boekweit, quinoa, amarant, chiazaad), peulvruchten (alle bonen, erwten, linzen en pinda’s) en nachtschades (aardappelen, tomaten, aubergine, paprika, gojibessen, physalisbessen)

Fastfood en bewerkte voeding

Te veel verzadigd vet

Alcohol

Verkeerde darmbacteriën (o.a. door het eten van te weinig vezels en verkeerd voedsel)

Voedseltoevoegingen zoals suikers, te veel zout, emulgatoren, organische oplosmiddelen en nanodeeltjes

Voor een gezonde darmbarrière is een gezonde darmflora nodig. Darmbacteriën fermenteren vezels tot korteketenvetzuren (SCFA) en deze functioneren als brandstof voor darmcellen. Zoals je ziet hebben een overmaat aan verzadigd vet, fast food, alcohol, suiker en een tekort aan vezels een negatieve invloed op zowel de darmflora als de darmbarrière. Daarentegen zijn granen en peulvruchten met positieve effecten op de darmflora in verband gebracht, maar worden ze er ook van verdacht een lekkende darm te kunnen veroorzaken. De gezondheidseffecten van granen en peulvruchten verschillen per individu. Bij sommige mensen kunnen bepaalde granen en peulvruchten klachten veroorzaken, terwijl andere mensen ze prima verdragen. Mensen met chronische maag-darmklachten, chronische ontstekingen en auto-immuunziekten lijken vaker last te hebben van bepaalde graansoorten en peulvruchten. Het is dus belangrijk om naar het individu te kijken.

De darmflora en darmbarrière behoren tot het aangeboren immuunsysteem. Daarnaast hebben we ook nog het verworven immuunsysteem, wat een rol kan spelen.

Alopecia en verworven immuunsysteem

Alopecia een auto-immuunziekte, waarbij het immuunsysteem de huid/haarwortel aanvalt. Dit leidt tot een beschadiging en ontsteking van de huid/haarwortel. Naast verstoringen in het aangeboren immuunsysteem zijn er ook verstoringen in het verworven immuunsysteem te vinden. Bij tal van auto-immuunziekten wordt een verminderd aantal of een verminderde werking van Tregs gevonden.

Tregs horen ervoor te zorgen dat er geen incorrecte immuunreacties plaatsvinden. Ze horen allergische reacties, chronische ontsteking en auto-immuunziekten te voorkomen. Tregs horen de Th1, Th2 en Th17 componenten van het immuunsysteem te reguleren. Bij auto-immuunziekten gaat het hier mis, waardoor het immuunsysteem de kans krijgt om zich tegen lichaamseigen weefsels te keren.

Vanwege de belangrijke rol van Tregs binnen het reguleren van het immuunsysteem, wordt er volop onderzoek gedaan naar hoe je de werking van Tregs kunt beïnvloeden. Verschillende voedingsstoffen kunnen een positieve invloed op de Tregs hebben, waaronder:

Vezels

Omega 3-vetzuren

Vitamine A

Vitamine D

Bij auto-immuunziekten is het dus belangrijk om deze stoffen voldoende binnen te krijgen. Vezels zitten in groente en fruit. Vitamine A zit voornamelijk in lever. En de omega 3-vetzuren EPA en DHA zitten vooral in vette vis, zoals sardientjes, haring, zalm en makreel. Ook vitamine D vind je in vette vis, maar onze belangrijkste bronnen zijn zonlicht en vitamine D-supplementen – aangezien we alleen rondom de zomer vitamine D via zonlicht kunnen aanmaken.

Verder blijkt dat veel mensen met auto-immuunziekten voedselovergevoeligheden hebben. Hierbij zorgen specifieke voedingsmiddelen voor een (auto-) immuunreactie, waardoor ontsteking en klachten ontstaan. Veel voedingsmiddelen bevatten eiwitten die gedeeltelijk op lichaamseigen eiwitten lijken. Dit wordt moleculaire nabootsing (molecular mimicry) genoemd. Als het immuunsysteem op zo’n voedingseiwit reageert, dan kan het in de war raken en ook op lichaamseigen eiwitten gaan reageren die op dit voedingseiwit lijken. Dit wordt een kruisreactie (cross reactivity) genoemd. Vooral gluten – uit granen zoals tarwe, rogge, spelt, kamut en gerst – en melkeiwitten – uit zuivelproducten zoals melk, kaas, yoghurt, kwark en roomijs – lijken erg op veel lichaamseigen eiwitten en zorgen daarom vaak voor kruisreacties en klachten bij mensen met auto-immuunziekten. Kruisreacties kunnen bij veel voedingsmiddelen optreden. Of bepaalde voeding wel/geen kruisreacties veroorzaakt verschilt per individu.

Iedere persoon is anders. Daarom is er ook niet één standaard voedingsadvies wat voor iedereen even goed werkt.

Individuele voedingstriggers

Voedselovergevoeligheden komen vaak voor, maar niet iedereen reageert op dezelfde voeding. Voedingstriggers kunnen per individu verschillen. Door eventuele voedingstriggers te achterhalen en vervolgens te elimineren kan het immuunsysteem tot rust komen. Als gevolg kunnen ontstekingen en klachten afnemen. De beste manier om voedingstriggers te achterhalen is een eliminatie-provocatie dieet, zoals het auto-immuun paleo dieet (AIP).

Bij zo’n eliminatie-provocatie dieet ga je alle potentieel schadelijke voedingsmiddelen – die een negatief effect op de darmflora, darmbarrière en het immuunsysteem kunnen hebben – tijdelijk elimineren. Zodra de klachten aanzienlijk afgenomen zijn kun je de geëlimineerde voedingsmiddelen weer aan het voedingspatroon toevoegen (herintroduceren) en observeren wat er met de symptomen gebeurt. Op deze manier kom je erachter welk van de geëlimineerde voedingsmiddelen wel/geen klachten veroorzaken.